In maart/april 2014 werden er tijdens een civiele rechtszaak door rechercheurs verklaringen afgelegd over topambtenaren die in 1997/1998 verdacht werden van georganiseerd kindermisbruik.
Toen ik (via sms en persoonlijk) aan pvdd-kamerlid Esther Ouwehand vroeg om kamervragen te stellen over deze zaak gaf Esther (tot mijn verbijstering) aan hier niets mee te doen.
Esther en ik kennen elkaar sinds begin jaren negentig, wij zaten samen in het bestuur van Jongerencentrum De Schuit, Esther was secretaris en ik was voorzitter en bands- en cabaret/stand-up-comedy-programmeur.
Esther kent mij als geen ander, zij wist van meet af aan alles over mijn -voor de buitenwereld- geheime acties voor o.a. politieke gevangene Hüseyin Baybasin.
Tijdens het Covid-tijdperk heb ik onze vriendschap verbroken.
Hieronder een SMS die ik op 17 april 2014 naar Esther stuurde, twee dagen na het verhoor van Emile Broersma.
De fractievoorzitter en de justitie-klokkenluider aan de wandel in Wales, wij spraken toen over directeur-generaal AIVD Dick Schoof
Kamervragen op 15 juni 2007.
Kunt u bevestigen dat er een onderzoek is uitgevoerd door de rijksrecherche naar pedoseksuele activiteiten? Zo ja, van wanneer tot wanneer liep dit onderzoek en welke resultaten heeft dit opgeleverd? Is dit een ander onderzoek dan het Rolodex onderzoek? Zo ja, hoeveel onderzoeken hebben er plaatsgevonden naar pedoseksuele activiteiten waarbij vertegenwoordigers van het overheidsapparaat betrokken zijn? Wat zijn de resultaten van deze onderzoeken? Hoeveel aanklachten zijn er bij al deze onderzoeken ingediend en tot hoeveel veroordelingen heeft dat geleid?
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-2060718330.html
Telegraaf 13 juni 2007
Opsporings- en inlichtingendiensten zijn al jaren op de hoogte van aanwijzingen dat hoge vertegenwoordigers uit het overheidsapparaat zich schuldig zouden hebben gemaakt aan misbruik van minderjarige jongens.
Getuigenverhoor Leen de Koter (rechercheur Criminele Inlichtingen Eenheid)
5 maart 2014. Tijdens een getuigenverhoor in de rechtbank van Utrecht noemde CIE-recherhceur Leen de Koter als eerste concreet namen. De hoofdofficieren van justitie Jan Wolter Wabeke, Henk Wooldrik en Hans Holthuis, alsmede de Directeur-generaal van het ministerie van Justitie lagen volgens De Koter in 1997/98 in het vizier bij CIE en Rijksrecherche als verdachten van ontucht met minderjarige jongens. De verdenking volgde na een tip van een ontuchtpleger, die aangaf dat “hooggeplaatste personen alles mogen, terwijl ik ben opgepakt”.
Verklaring bestuur Gerechtshof Den Haag inzake raadsheer/zedenverdachte Jan Wolter Wabeke
Wabeke werd even later vicepresident van het Haagse Gerechtshof…
Toen Wabeke in 2014/2015 als zedenverdachte werd genoemd stopte hij (in diezelfde periode) het verhaal van de dochter van Marlies van Muiswinkel (van de Argos-docu) in de doofpot.
15 april 2014. Emile Broersma zei (onder ede in de rechtbank van Utrecht) dat hij in 1998 als commandant van een bijzonder observatieteam opdracht kreeg om informatie te verzamelen over vier verdachten: de hoofdofficieren Hans Holthuis, Henk Wooldrik, Jan Wolter Wabeke én een topambtenaar wiens naam ik niet mag opschrijven omdat ik dan binnen een uur door een arrestatieteam wordt opgehaald.
Rolodex-onderzoek werd ‘opgeblazen’.
Getuige Broersma vertelde dat de observatie van de vier verdachten destijds al in de voorbereiding stokte. Het onderzoek werd ‘opgeblazen’, dat was bekend. Nieuw is dat toenmalig chef van het Korps Landelijke Politiediensten Joop de Wijs, de verdachte hoofdofficier van het Landelijk Parket Hans Holthuis over het onderzoek zou hebben ingelicht. Oud-politieman Broersma onthulde dit, nadat hij, vergeefs, een beroep had gedaan op zijn ambtsgeheim.